Schrijfspinsels 2
Oude kerels, donderende bergbeken,
eenzame geitenhoeders
en soppende buurvrouwen.
Wormen worden geplet.
Dode boombladeren vertrapt.
Pooiers houden hun hand op.
Oude rukkers bedolven in een hoerenkast.
Piepende banden.
Roze slipjes bekeken door gluurders in duister genot.
De herenboer telt zijn geld
en schopt zijn knecht.
Frustraties, fuck de bobo’s,
Sla hem toch op zijn bek.
De ketelaar is geboren.
Gekrulde banieren en gebakken spek.
Duivelse kokkinnen en
verdwaald rood gespuis
zuigen aan de grote wereld tiet.
Bejaarde maagden vingerend en onbesuisd
negeren de vers gebakken paling.
Rechtse ballen, linkse rakkers.
Geile vette rockers
nemen afscheid van het leven
en springen zwierig naar beneden.
Gereutel van de stervende zwaan.
Uitgeteld in wanorde
werd de film goed bekeken.
Genagelde profeten verrijzen.
Proleten en lakeien.
Jonge ongespleten meiden
achterop de brommer.
Thomas en zuipen.
Geld en geloof.
God voor de goddelozen.
De slet ziet het licht,
haar hand is weer gaaf
de wonden zijn genezen.
Mottenballen, zakratten.
Bitterballen en lijkenschrapers.
Zuurkool met spek en vette jus,
geschikte winterkost voor grafgravers.
Exotische landen, bruine suiker,
verlossende schimpscheuten.
De boerenknecht is terug
en verkracht de struise boerin
in het groene maagdelijk landschap.
De koeien snuffelen aan haar rok.
Uitzinnige golvende spataderen
vleien zich tegen haar vlezige dijen.