1 mei 1994 was een zondag.
Ook een feestdag maar dat voordeel viel dus weg.
Op zondag was iedereen sowieso vrij.
Ik speelde buiten, een beetje doelloos. De tuin stond pril in bloei. De kleur van de dennen viel mij toen nog niet zo op, later zou dat veranderen. Verderop joeg iemand vuur in z’n barbecue, kool en kruid mengde zich tot een smakelijke geheel. Wij hadden thuis geen talent voor gezelligheid dus wij barbecueden nooit. Wel aten we friet, altijd op zondag, het is vrij aannemelijk dat we die zondag ook frieten aten. Omdat het een feestdag was waarschijnlijk met vol au vent. Ik hield en houd nog steeds van vol au vent.
Mijn moeder, geen keukenprinses nochtans, verstond de kunst om net te veel te maken. Ik weet niet of we “Renni“ hadden, dat hielp ‘snel en effectief’ deed de sterreclame ons geloven. De vrouw van de reclame was een stewardess, wij vlogen nooit. Ik droomde vaak over vliegen maar we hielden het bij varen, dat was nog heldhaftiger. Op en af naar Canterburry…Londen als onbereikbaar bastion iets verderop.
Op 1 mei 1994 speelde de radio. Het geluid kraakte de keuken uit en had tot halfweg de tuin een fijn bereik. Wie verder zat moest af en toe naar binnen om te luisteren. Om de zoveel tijd werden we bijgepraat door een, wat saaie, radiostem met updates over diverse sportmanifestaties. Er zal wel ergens een koers geweest zijn, een eindeseizoenswedstrijd.
Ik hoorde verhakkelde consternatie. Liep dichter naar de radio toe. Ik wist niet goed wat of hoe maar er was een ongeluk gebeurd. Senna was van de baan geraakt.
Ik gaf en geef nog steeds niks om formule 1. Wel had ik posters op mijn kamer van Thierry Boutsen en van Ayrton Senna. Die hingen daar al altijd. Misschien waren ze van mijn pa of heeft iemand die daar gehangen omdat ik een jongen was en vond dat dit moest. Ik herinner me vaag dat er op de poster bij Boutsen ook reclame stond voor ton ton tapis. Op de poster van Senna herinner ik mij de Marlboro bolide. Dat zag er goed uit, die man zelf ook.
Een poster met ergens een verwijzing naar Marlboro zou nu waarschijnlijk niet meer opgehangen worden in een kamer van een kind. Ik had ook een foto van een rallywagen (uit het Rijk der vrouw) met Camel op. Die vond ik nog gaver. Ik heb altijd meer Camel dan Marlboro gerookt. Roken was nog net in toen ik er aan begon. Wij moesten soms sigaretten halen voor onze ouders in de krantenwinkel.
Mijn vader kwam ook luisteren, we stamelden wat.
Later kwam het nieuws toch als een schok:
Senna was dood.
Icoon uit mijn jeugd, omdat zijn foto aan mijn muur hing. Krullenbol net als ik. Nu dertig jaar later leer ik pas wat de impact van zijn overlijden is geweest.
Een natie in rouw.
Een land
op de rand van een depressie.
1 mei 1994, een dag die geen geschiedenis verdiende
maar zich toch in ons geheugen wist te griffen.