Een auto met vreemde nummerplaat reed mij langzaam voorbij en stopte.
Het rechterraam werd neergelaten en een vijftiger vroeg of ik Engels verstond.
Op mijn vijftiende had ik pas één studiejaar lang Engelse les gekregen.
De afkorting van Global Positioning System behoorde nog niet tot de leerstof.
Het eeuwige excuus aan mijn moeder om te rechtvaardigen dat ik op TV tot laat in de nacht keek naar Britse, Amerikaanse of Australische series, was dat ik er veel Engels mee bijleerde.
Dat bleek te kloppen want zowel op school als nu met deze authentieke Englishman kreeg ik complimenten voor mijn uitspraak.
De man in kwestie vroeg of dit het dorp was waar zich een Engels kerkhof bevond met oorlogsslachtoffers.
In mijn mooiste Queen’ s English, of was het Oxford English, legde ik hem uit dat er in het dorp niet enkel een Engels maar ook een Duits kerkhof was en dat er op die begraafplaats zich ook graven bevonden waarop tekens stonden die aangaven dat de gesneuvelden Joden, Moslims of zelfs Hindoes waren.
Na mijn begeesterde uitleg en de bewonderende blikken van de medepassagiers, herhaalde de chauffeur nog even hoe hij moest rijden.
Tot slot zwaaide ik met mijn rechterarm naar rechts en herhaalde op mijn beurt dat hij aan het volgend kruispunt dus eerst links moest afslaan.
Hij bedankte me terwijl alle inzittenden naar mij knikten maar keek toch wat bedenkelijk toen hij zijn raampje sloot.
Nog even een wuivend handje aan het achterraampje dat mij aan dat van de Queen in haar gouden koets deed denken en de wagen met de exotische nummerplaat en de grote GB sticker op de kofferruimte vervolgde zijn weg.
Terwijl ik rond keek of men in het dorp wel goed gezien had hoe ik deze vreemdelingen perfect te woord had gestaan, besefte ik plots mijn blunder.
Ik keek naar mijn rechterhand en hoorde mezelf zeggen: ‘Yes, you turn to the left.’ Dan bedacht ik dat het ook wel een beetje de schuld van de Engelsen was. Waarom zat het stuur in hun wagens ook aan de foute kant, ook al is het de ‘right side’.