’s avonds in de stilte
van een zon die ondergaat, ons met
wat zacht verdriet alleen achterlaat,
tast je naar mijn hand, slaap je al?
ik kijk, knipper:
ook in het schemerlicht,
knijp ik even mijn ogen dicht -
slapen, nee, er is altijd nog zoveel
te vertellen, te vragen, op te rakelen
en te raden. na een tijd opnieuw je stem,
licht vertwijfeld deze keer: slaap je
ooit?
wat ik weet is dit:
liefste, al had een dag 48 uren
nog steeds zou ik er steeds één meer
willen om zeker te zijn,
om nog even in je ogen te kunnen turen