Westers influenza trekt kelend over de zand- en leisteengrond van de Appalachen. Pronkende manen, dans een laatste keer rond ’t vuur, slaap zacht onder je bizonhuid, droom van eeuwigheid.
Aanstonds verwijlt de sombere rouw om de broeders met jouw pigment en druipt het kwijl uit de witte baarden als scharen, boorkoppen en zeefnetten op ‘t zwartgele erf rond jouw tipi. –
Zelfs Manitou wijkt voor de Amerikaanse droom.
‘Alles op zwart! Draai de roulette!’