Het regent whisky mijn kokhalzende keel binnen
met iedere druppel raak ik meer buiten zinnen.
Mijn dromen die ooit steunpilaren waren
ben ik verloren in moerassige hersenspinsels
wat rest zijn trieste en valse verzinsels.
Van oorbellen als sluitspelden
punkjassen en
slagen en
verwondingen.
Wie de vader van mijn succes wilde zijn
kwijt zich nu in afwezigheid
en brabbelt vol spijt:
een idioot is heengegaan
geniaal maar zelfvoldaan.
Terwijl enkel koppigheid
me heeft gebracht
op deze plek tussen
zweven en leven.