De Hercules Fitness Club werd opgericht tijdens de fitness-rage van de jaren tachtig. Dat kun je makkelijk zien. Er hangen posters van Jane Fonda en andere iconen in spandex en beenverwarmers. Veel van de toestellen die er staan zijn al lang uit de mode en in geen enkele andere gym nog te vinden. Maar hier staan ze dus nog. Sommige worden zelfs nog gebruikt. Al zijn de meeste niet meer dan decorstukken.
Je kan er de jaren tachtig ook nog ruiken. Meer dan drie decennia zweet heeft zich in de muren en de vloeren opgeslagen. Oudemensenzweet en puberdruppels. Zweet vol hormonen, vol hoop of vol schaamte.
Nieuwe klanten die, aangetrokken door de lage prijs, een kijkje komen nemen in de Hercules, blijven nooit langer dan een halfuur. Ze zien al snel hun vergissing in. Dit is geen plek voor hen. Dit is een andere wereld. Hier komen geen normale mensen.
Een groepje vaste klanten houdt de boel al jaren recht. Ze hebben er een alternatieve werkelijkheid gecreëerd, waarin ze zich thuis voelen. Ze komen allemaal verschillende keren per week. Sommigen zelfs elke dag. Al traint niet iedereen even hard.
Hugo, een veertiger, met dunne, witte benen en een bierbuikje doet al jaren drie keer per week de zelfde oefening. Al is oefening veel gezegd. Dit is zijn vaste routine. Hij doet zijn schoenen uit, buigt vijf keer door de knieën, zijn armen wijd gespreid. Dan gaat hij een uur lang op een fitball zitten wippen. Na het wippen gaat hij nog eens vijf keer door de knieën, maakt een buiging en gaat dan een praatje maken met Bertrand.
Bertrand is er al bij van in het prille begin. Toen was hij een enthousiaste halterheffer die ook wel eens meedeed met aerobic als er fris vrouwelijk schoon was. Maar hij kwam vooral om te praten. Hij kende iedereen en iedereen kende hem. Halfweg de jaren negentig is hij op het werk van een stelling gevallen. Zijn lichaam kreeg een duw, die het nooit meer te boven kwam. Hij komt nog steeds elke dag, gekleed in een te kleine jeansshort en een wit onderlijfje. Elk jaar heeft hij een nieuw paar blitse sportschoenen. Altijd het laatste nieuwe model. Niemand heeft hem ooit nog een toestel zien aanraken met een andere bedoeling dan er op te leunen.
Zijn lievelingen zijn de drie Betty's, ook oudgedienden. Eigenlijk heten ze Nancy, Brigitte en Monique. Geen mens die nog weet hoe en wanneer ze de drie Betty's geworden zijn, maar iedereen noemt hen zo. De drie vrouwen zijn zo verschillend in lichaamsbouw dat je ze, mochten ze hol zijn, als een baboesjka in elkaar zou kunnen schuiven. Brigitte is de dunste en de kleinste. Monique is groot en struis. Terwijl Nancy er mooi tussenin zit. Al dertig jaar trainen ze samen. Ze volgen de mode in fitness-land op een ruime afstand. Laatst kwam Nancy op de proppen met een damesbladartikel over Zumba. Maar bij meerderheid werd beslist dat de Betty's zich met zo'n moderne gril niet zouden bezighouden. Ze houden het bij de step-aerobicpasjes die ze al zo lang doen. Liefst met muziek uit de jaren tachtig. 'Physical' van Olivia Newton John is hun vaste afsluiter.
De droevigste figuur in de Hercules is Marnix. Hij is een man uit twee delen. Boven zijn middel is hij goddelijk gespierd. Zijn onderkant is een vormeloze massa. Marnix was zo bezeten van gewichtheffen, dat hij niet in de gaten had hoe zijn benen in deze lompe klomp veranderden. Volgens de dokters is het niet meer te herstellen. Spieren zijn uit zijn benen naar zijn bovenlichaam gemigreerd en zijn niet van plan nog terug te keren. Zijn indrukwekkende torso steunt op een zitzak van eigen vet. Hij komt dagelijks naar de gym en verplaatst zich op een houten karretje dat hij met zijn armen voortduwt.
De Tempel is de trots van de fitness club. Hij wordt zo genoemd omdat hij enkel daarover kan praten. Over hoe zijn lichaam zijn tempel is. Hij ziet het als zijn missie die tempel in ere te houden. Net als Marnix is hij bovenmatig gespierd, maar bij hem zitten alle spieren wel op de juiste plaats. Zijn huid is heel het jaar door gebruind. Zijn tanden stralend wit. Op zijn hoofd een weelde aan blonde krullen. Hij heeft alle clubrecords op zijn naam staan: 850 keer pompen, 120 kg trekken, 160kg stoten. Niemand van de club komt nog maar in de buurt van deze prestaties.
Vandaag is er plots een nieuweling opgedoken in de Hercules. Met zijn lange haren, zijn roze broek en gifgroene hesje, zijn tattoo van Popeye en zijn vreemde piepstemmetje, zou hij wel eens kunnen passen in de club. Bertrand voelt zich geroepen om de nieuwkomer aan de tand te voelen.
'Mooie muscles, kerel. Waar ga je normaal trainen?'
'Ik oefen thuis met cementzakken en strijkijzers. Ik heb al een paar fitness-centra geprobeerd, maar ik voelde me er niet thuis. Toen hoorde ik van deze club.'
'Welkom, vriend. We kunnen altijd vers bloed gebruiken.'
'Zijn dat de clubrecords?'
Hij wijst de vergeelde lijst aan de muur aan.
'Ja. Die zullen niet snel veranderen. Allemaal bovenmenselijke prestaties van de Tempel. Een echt beest.'
Er verschijnt een glimlach op het gezicht van de nieuwkomer.
'Ik denk dat ik jullie wel eens kan verrassen. Dat pompen kan ik zeker verdubbelen. Ik begin er meteen aan. Tel je mee?'
Zonder tijd te verliezen gaat de krachtpatser op handen en voeten staan, de rug recht als een plank, en begint als een razende te pompen.
Bertrand roept de anderen.
'Hé jongens. De nieuwe gaat de records van de Tempel breken! Dat wordt lachen!'
De eersten die erbij komen staan zijn twee van de drie Betty's. Ze laten hun hoelahoep vallen en huppelen opgewonden naar de hoek met de spiegels waar het spektakel plaats vindt. Brigitte is nog even bezig zich aan de greep van de hoelahoep te ontworstelen. Van de drie is zij de beste in deze discipline. Al hoeft ze daar zelf niets voor te doen. De hoelahoep heeft in haar frele lichaam de ideale danspartner gevonden. Het ding gaat met haar heupen aan de haal en er is weinig dat ze kan doen om het te stoppen.
Ondertussen is Hugo gestopt met wippen. Plichtsgetrouw gaat hij nog vijfmaal door de knieën. Hij maakt een buiging en komt bij de anderen staan.
'Hoeveel heeft hij er al gedaan?'
'Honderd veertien, honderd vijftien, honderd zestien, …'
'Dit duurt nog wel even. Wanneer komt de Tempel? Dit wil hij niet missen.'
'Ik heb hem een sms'je gestuurd. Honderd drieëntwintig. Hij komt zo. Honderd vijfentwintig. Honderd zesentwintig, …'
Marnix hangt aan de optrekstang aan de andere kant van de oefenzaal. Hij is zo geconcentreerd met zijn oefening bezig dat hij niet meer ziet wat er rond hem gebeurt. Brigitte is ondertussen van haar ronde aanhouder verlost en haalt hem uit zijn roes.
'Hé! Marnix! Die nieuwe gaat de records van de Tempel verbeteren. Kom je niet kijken? Ik help je wel naar beneden.'
'Niet nodig.'
Hij slingert een paar keer heen en weer aan de stang om snelheid te maken en katapulteert zichzelf dan in de richting van de recordpoging. Hij landt comfortabel op zijn zachte onderkant.
De anderen zijn in koor aan het tellen.
'Tweehonderd tweeënnegentig, tweehonderd drieënnegentig, tweehonderd vierennegentig …'
In de eindeloze weerspiegeling lijkt het publiek een mensenmassa, met steeds dezelfde figuurtjes als in een goedkope tekenfilm.
Popeye steelt de show. Wanneer komt Brutus?
'Moeten we dit niet filmen?' vraagt Brigitte, terwijl ze erbij komt staan. 'Straks komt de Tempel te laat.'
'Laat maar. Daar is hij al.'
'Nu gaan we het krijgen.'
De Tempel heeft zich gehaast. Zijn sportschoenen zijn slordig geknoopt. Hij draagt een badjas en heeft zijn krulspelden nog in.
'Wat is hier gaande? Wil je me voor schut zetten? Let maar op dat je jezelf niet belachelijk maakt.'
'Hij is goed bezig. Hij heeft er al bijna vierhonderd.', zegt Bernard. 'Misschien lukt het hem wel.'
'Dat wil ik nog wel eens zien.', antwoordt de Tempel. Er klinkt meer twijfel in zijn stem dan hij zou willen. Hij gaat vlakbij zijn zwoegende uitdager staan. Zijn handen in zijn zij. Een spottende grijns op zijn gezicht.
'Je bent bijna aan de helft, kerel. Word je nog niet moe?'
De nieuwkomer gaat onverstoorbaar door.
'Vierhonderd en drie, vierhonderd en vier, vierhonderd en vijf, …'
'Hij heeft toch nog geen pauzes genomen, hé. Want dan telt het niet. Ik heb mijn record in één beurt gehaald.'
'Nee hoor, tempelmans. Hij is nog geen moment gestopt. Hij doet het veel sneller dan jij, trouwens.' Bertrand ziet zijn kans schoon om de Tempel te treiteren.
'Voor mij blijf je de beste. Zelfs al breekt hij je record.', zegt Monique om de situatie te ontmijnen. Maar ze is te laat. De Tempel heeft zijn badjas afgegooid en staat nu in zijn onderbroek en sportschoenen.
'We gaan het anders doen.' Hij duwt op de rug van de nieuwkomer zodat hij wel moet stoppen met pompen. Het koor telde net vierhonderd achtentachtig.
'We doen het tegelijk. Hier tegenover elkaar. Nu meteen.'
'Maar ik was al over de helft.'
De tempel lacht gemeen, wanneer hij het stemmetje van zijn uitdager voor het eerst hoort.
'Piep. Piep. Wat is dat? Een muis in het lichaam van een god? Voorlopig heb ik het hier nog voor het zeggen en bepaal ik de regels. Als je me toch kan verslaan, dan zien we wel.'
De anderen discussiëren even, maar gaan uiteindelijk akkoord met het voorstel van de Tempel. Popeye kan niet anders dan instemmen. Er wordt afgesproken dat het duel over een kwartier begint.
Beide deelnemers krijgen nog even de tijd om zich mentaal voor te bereiden en hun spieren te stretchen. Nancy gaat de cassettespeler halen en Hugo zet een paar stoelen voor de toeschouwers. Brigitte neemt haar smartphone uit haar handtas, zodat ze de wedstrijd kan filmen. De twee rivalen hebben zich elk in een kleedkamer teruggetrokken.
'Wat denk je?', vraagt Bertrand aan Marnix. 'Wie haalt het?'
'Die nieuwe natuurlijk. Heb je hem daarnet niet bezig gezien? Die belegt zijn boterham met kerels als de Tempel.'
'Ik weet het niet. Hij zal toch wel al een beetje moe zijn van daarnet. En als de Tempel kwaad wordt, kan hij altijd meer dan je zou denken.'
'We zullen zien. Daar komen ze. Snel, Brigitte. Begin maar met filmen.'
Uit de boxen van de cassettespeler schalt 'The eye of the tiger', terwijl de krachtpatsers het strijdtoneel betreden. De nieuwe kijkt wat onwennig. De Tempel bespeelt zijn publiek. Hij klopt op zijn borst en showt zijn biceps. De Betty's gieren het uit.
'Komaan, tempeltje. Ga ervoor. Just do it!'
Ze gaan tegenover elkaar in de juiste houding staan. Nancy staat achter de nieuwe en Monique achter de Tempel. Zij moeten de tel bijhouden. Bertrand telt af en geeft het startsignaal.
De Tempel begint aan een onmogelijk tempo. Wanneer Monique honderd telt, zit Nancy nog maar aan zevenentachtig. Maar even later begint de Tempel te verslappen. Zijn ritme wordt trager en onregelmatiger. Zij uitdager haalt hem in. In geen tijd heeft hij een voorsprong van vijfentwintig.
Hugo is de eerste die de barsten in de schouders en armen van de Tempel opmerkt.
'Jongens. Zien jullie dat? Het is weer zover.'
'Stop. Tempeltje', zegt Brigitte. 'Voor ons hoef je je niet te bewijzen.'
'Blijven filmen jij! Ik stop niet!' Driftig perst de Tempel deze woorden tussen zijn opeen geklemde kaken.
Een paar tellen later valt zijn lichaam in honderden stukjes uiteen. De nieuwkomer stopt geschrokken met pompen. Hij is bijna aan achthonderd gekomen. Alle kleur is uit zijn gezicht verdwenen. Nadat hij even verschrikt heeft staan staren naar wat overblijft van zijn tegenstander, pakt hij zijn sporttas en zet het op een lopen. Waarschijnlijk komt hij niet meer terug. Het record blijft nog wel even op de tabellen staan.
Monique begint de brokstukken op te vegen.
'Dat wordt puzzelen om die weer in elkaar te zetten. Heb je alles kunnen filmen, Brigitte?'
16-24/06/'17