een wit meisje speelt in de modder
waarvan ze taarten bakt
ze vertolkt haar rol van keukenprinses
van paljas met peperkoeken hart
ze vergiet krokodillentranen om een prul
voor een gunst zet ze een glimlach van glanslak op
ze doet alsof ze zingt voor een bomvolle zaal
en wuift terug naar je solo applaus
terwijl ze groeit, ontdekt ze haar schaduwzijde
achter het meervoud van haar ik gaapt de kloof
dan leidt ze de val in
speelt ze haar dode jaren kwijt
in haar laatste bedrijf daagt ze je uit
tot een spel van kat en muis