Sportieve strijd
Op 17 februari was het weer zover: ik vierde mijn verjaardag. Hiep, hiep, hoera voor mezelf. 39. Nog net geen nieuwe voordeur. Het is niet jong, maar ook niet echt oud. Vlees noch vis als het ware. Hoe dan ook, ouder was het beslist en beter zou het er niet op worden.
Dat de fysieke aftakeling reeds 9 jaar geleden was ingezet, realiseerde ik me enkele weken voordien. Een wetenschappelijk onderbouwd artikel stelde dat spiermassa al vanaf de leeftijd van 30 gestaag afneemt. De enige remedie bleek krachttraining. Work that body bleek de enige echte remedie te zijn. Als verjaardagscadeautje aan mezelf schafte ik me dus een abo op de fitness aan. Ik moest en zou een poging doen om te redden wat er nog te redden viel.
De gym was me niet onbekend. In mijn studententijd was ik er kind aan huis. Vrij fanatiek met enkele vriendinnen stond ik toen zo’n 4 keer per week op de step, gewoon voor de fun. Nu probeerde ik twee vaste momenten per week in mijn agenda te zetten en geen excuses te verzinnen. Ik geef eerlijk toe : zo erg is het nu ook weer niet. Die me time in mijn weekschema vind ik best ok. Ik vertrek in joggingbroek en hoodie om lekker anoniem met mijn koptelefoon op een uurtje te zweten.
Meestal start ik met wat cardio voor de hartspier. Geef mij daarvoor maar een crosstrainer want vanop dat toestel kan ik onopvallend mensen kijken. Als ik erop geraak tenminste. Dat moet ik ’s morgens om 7u niet proberen, weet ik nu. Dan zijn die toestellen bezet, worden ze geclaimd door de geriatrie (niet mijn woorden, maar die van een andere gefrustreerde sporter).
Drie kwieke zeventigers, stormen elke dag bij opening de zaal binnen en gooien hun handdoek over zo’n ding alvorens ze naar de kleedkamer trekken om zich om te kleden. Het zijn net van die Hotelmensen die in Benidorm om 6u30 een strandzetel claimen op het beste plekje bij het zwembad.
Stiekem bewonder ik hun volharding want wie doet het hen na en hoe zal ik zelf zijn op die leeftijd. Sinds ik, zalig onwetend, een poging deed er een te bemachtigen en bijna mijn neus kwijt was, wacht ik nu wel wijselijk tot na 9u om in alle veiligheid mijn geliefde crosstrainer bestijgen.
Na zo’n 40 minuten trek ik naar de krachthonk. Ik sta er als klein dametje tussen de krachtpatsers met brede schouders. Ze liften met gemak halters van 50 kilo en meer. Met dumbells van 3 kilo werk ik dapper mijn lunches en Bulgarian split squats af. Daarna doe ik wat oefeningen voor de triceps en biceps en zit mijn full body workout erop.
Flink gedaan. Ik mag dan van mezelf weer in de zetel gaan liggen in de veronderstelling dat ik mijn spierdegeneratie heb vertraagd en enkele levensmaanden heb gewonnen. In een ander, meer recent artikel las ik trouwens dat vrouwen maar half zolang als mannen moeten sporten voor hetzelfde effect. Sindsdien stop ik elke training 10 minuten vroeger. Ik zou zo maar eens teveel moeite kunnen doen.