in de holte van haar arm
kringen karpers
onder schoenen knispert de nazomer
als snoeppapier
omhelsd door de kerkwegel
rusten de dorpsoudsten
spiegelen voorbijgangers hun harten
aan het graf van de vrouw
in de dood gelijk
zakken de hoogste kruisen
als eerste scheef, wordt het zwaarste arduin
het snelst verzwolgen
hier krijgen zelfs stenen bloemen glans
in het gouden uur liggen drie banen
klaar voor een vergeten spel
ook de kapel zoekt een nieuwe bestemming
is het te laat om te leren springen
door vierkanten?