ik stierf lekker langzaam
dat terwijl de glijbaan schaafde
aan het braafste van mijn ziel
die doodgemakkelijk verging
mijn schat
mijn lief
ik bad ooit lang
geleden tot een god
die gans verbleekt daar hing
ik had niet veel
wel nog een zucht
alsook die rare wens één dag
wou ik nog overleven
vreemd vond ik het gras
het lachte wreed
gevaarlijk groen
alsof de blauwe hemel
geel bevrijden wou de laatste nijd
hij vleide zich nog in mijn armen
doch ik wilde vrij
bijkans bekwaam
gaan sterven want ik
voelde hoe de kwelgeest
losliet zag hoe
zonlicht vluchtte
hoorde dat
de ledigheid
mij rust beloofde
uit de reeks 'Kleinood'