Sterren aan de hemel.
Sonnet.
Als bruut geweld de harten weer doet bloeden,
terreurgeweld dat niets of niemand spaart,
als god of mens ook nu niet kon verhoeden
dat dwazen weer tot beulen zijn ontaard,
dat twijfel dan de blik niet zal verblinden,
dat angst noch haat de mensheid dan verdeelt,
dat 't hart zich met de rede blijft verbinden
en solidariteit de wonden heelt,
dat fonkelingen die zozeer verblijdden
en nu uit vele ogen zijn vergaan
na al 't verdriet en al het zware lijden
voorgoed in 't mensenhart geschreven staan,
voortaan en tot aan 't einde aller tijden
als sterren aan de hemel fonk'len gaan.