Een vrieskoud novemberavond,
plots, uit het niets,
duiken gedachtes op.
Nevelwolkjes fluisteren jou naam
het goudgeel maanlicht
gelijk feniks uit de as.
Herinneringen aan
meer dan helft van mijn leven,
de belachelijkheid
van lengte en diepte van het zwijgen
dat tussen ons
zweeft,
langer en definitiever
dan de nevelwolkjes
rond de maan.
Ik ga het breken,
kan het niet langer aan,
heb je toch al honderd keer vergeven,
mis je zo enorm in mijn leven.
Ontzettend leuk,
de blijdschap in jou stem
te mogen horen.
Jou stem, die in mijn oren
als een mooie melodie klonk,
één licht in het donker
dat helderder en krachtiger straalde
dan de volle maan.
Een kort gesprek,
dat de kracht had
eventjes de nevel
en de wolken te verdrijven
en terug wat sterrenstof
in het verscheurde hart
te wrijven.