Misschien moet ik de kamer
voor altijd zo laten,
een kijkdoos voor wie
met één oog door ’t raam naar binnen kijkt
en alles wil zien zoals het was:
het bed onopgemaakt, een warboel van lakens
de glazen gebarsten de asbak te vol
een fles aan diggelen foto’s verscheurd
en versnipperd
een pen onaangeroerd op een wit blad papier
een penseel ongedoopt bij een maagdelijk doek
en twee paar voetstappen in het vingerdikke stof
die zich zuchtend
een weg naar buiten schuifelen