Strijd.
Sonnet
De dag begon als altijd heel gewoon,
die ochtend dat zij 't strijdtoneel betraden,
Vooraf had geen van beiden het geraden,
dat brute spel van kracht en machtsvertoon.
De eerste woorden waren al beladen,
vervuld van wrok, verwijten en gehoon,
en alsmaar door verbitterde de toon,
want elk van beiden voelde zich verraden.
Voortaan zijn alle wegen nu gescheiden,
want wat gezegd werd, dat sneed veel te hard.
Gedaan met vechten en elkaar bestrijden,
't Verleden, dat was te vervuld van smart.
Een nodeloze oorlog gaan vermijden,
dat is nog steeds het beste voor het hart.