Je ligt er altijd staand
benen tevreden en tong in verzet
in de buik van geheimen
komen we samen op de wand van elk kwaad
het liefdesgedicht houdt woord
je beklimt een toren van vrees
zo ongegrond en onvervangbaar
je ligt er niet om stil te staan
een wezen vreemd trekt de pen
uit het hart
en doopt haar in de inkt tot
een leven vreemd