14 januari 2020. Hoe lang is het geleden dat ik nog heb geschreven dat ik gelukkig ben? Veel te lang. Misschien is dat omdat ik het ook niet ben, ik weet het niet. Ik weet twee dingen: ik voel me heel vaak ongelukkig EN Nick maakt me gelukkig. Dat voelt allebei juist aan. Het klopt ook maar dat is net het probleem. Ik kan alleen maar gelukkig zijn als ik bij Nick ben. Ik ben compleet afhankelijk van hem. Ik voel dat ook en dat is eng. Niet kunnen instaan voor je eigen geluk is eng want wat als hij weg gaat? Dan zal ik nooit meer gelukkig zijn? Maar nu hij er wel is, ben ik ook zo vaak niet gelukkig. Als ik niet bij hem ben, zoals nu, dan voel ik me leeg. Dan doet alles echt pijn en dan moet ik mezelf dwingen om niet aan hem te denken. Ik ben ziek he. Ziek in mijn hoofd. Ik weet het. Ik wil dat ook echt niet zijn, echt niet. Maar ik kan niet anders. Blijkbaar heb ik een trauma. Blijkbaar heeft dat trauma me ziek gemaakt, me gemaakt zoals ik nu ben. Ik kan mezelf niet eens meer verdragen zo.
Ik heb al zo vaak gedacht aan de pijn die ik nog zal voelen. Als ik zo blijf, zoals nu, dan ga ik nog heel veel pijn voelen, nog heel veel verdriet. Ik weet niet of ik dat aankan. Ik wil het niet, maar ik wil ook niet dood. Ik wil, nog veel liever dan sommige andere mensen, gelukkig zijn. Ik heb daar echt nood aan, want als ik niet gelukkig ben dan ben ik doodongelukkig, en geloof me, dat is vermoeiend. Mij zijn is heel vermoeiend. Deze tekst lezen moet vast ook vermoeiend zijn, al dat zelfmedelijden.
Ik schrijf te weinig. Daarom dat ik nu, zonder terug te lezen in wat ik al geschreven heb en eventuele foutjes te verbeteren, gewoon van me afschrijf wat er in me opkomt. Want het is allemaal gewoon te veel. Veel te veel. Zoveel dat ik er hoofdpijn van krijg. Ik zit vol angst. Ik ben zo bang om me nog eens verdrietig te voelen. Om me nog eens zo verdrietig te voelen dat ik wenste dat ik dood was. Ik wil me nooit meer zo voelen. Maar de laatste tijd komt dat gevoel sneller en sneller bij me op. 'T is te veel, ik stop ermee. Was het maar zo gemakkelijk.
Ik ben niet bang om dood te gaan. Deze pijn zal dan over zijn. En stel dat er een 'hiernamaals' is, dan is papa daar. Dan wil ik daar ook wel zijn. Hem leren kennen, want hij zou me veel kunnen leren. Maar hoe zit dat dan? Kan je kiezen wie je tegenkomt daarboven? Staat dat al vast? En bestaat daar ook zoiets als emoties? Kan ik daar ook bang en verdrietig zijn? Stopt dit nooit?
Gemis. Vreet. Aan. Mij. Er mist iets. Ik voel dat letterlijk. Die wonde, die daar vanbinnen zit, die doet zoveel pijn. Enkel Nick kan die opvullen. Tijdelijk. Nooit permanent. Nick houdt mij stabiel, houdt mij bijeen. Zodat ik niet uit elkaar val. Want ik ben aan het vallen, maar hij is er nog om me recht te houden. Hij laat me niet vallen. Nog niet.
Nu ween ik. Ik wou niet wenen, want dat bevestigt nog maar eens dat ik niet alleen kan zijn. Ik alleen met mijn gedachten, dat leidt alleen maar tot tranen. Elke keer. Waarom kan ik niet onafhankelijk zijn? Zo een sterke. Een straffe madam gelijk ze zeggen. Ze zeggen dat soms tegen mij. Want ja, ik heb mijn papa verloren en ik sta hier nog. Hoe sterk. Neen he. Hoe sta ik hier? Gebroken, leeg, verdrietig, alleen? Niet sterk, gelukkig, onafhankelijk. Niet straf. Ik moet langzaam aanvaarden dat dat het zal zijn, een heel leven zoals het nu is. Tot ik 'sterk' genoeg ben om stop te zeggen, of tot ze me te snel af zijn. Maakt mij niet uit. Vanaf nu is het wachten op de dood en hopen dat er nog wat gelachen wordt onderweg.