Merliah is een goedlachse, muzikale jonge vrouw met een rijk sociaal en cultureel leven. Er gebeuren echter vreemde dingen in haar geliefde stad Juro; een diep kwaad dat in de omringende natuur huist, dringt de stad binnen en terroriseert de bewoners, magische planten woekeren, gevaarlijke dieren en natuurgeesten veroorzaken chaos. De natuurwakers aan de rand van de stad waken over de veiligheid, houden de monsters buiten, maar deze bescherming is niet waterdicht. Merliahs droom van een carrière als muzikant wordt aan diggelen geslagen wanneer een natuurdemon haar kostbare mandoline verwoest tijdens een inval.
Enkele dagen voor het Feest van de Maangodin, een belangrijke feestdag van het rijk Aeris en in het bijzonder van de spirituele gemeenschap, wordt ook een deel van de Tempel van de Maan vernield: het bescherm- en geneesoord van het rijk. De maanheerseres, die instaat voor de bescherming van het rijk, wendt de feestdag aan om steun te vragen aan Maangodin Niyati. Tijdens de ceremonie verwelkomen ze bovendien enkele nieuwe leden in hun cirkel, waaronder June, Merliahs beste vriendin, die genezeres wordt in de Tempel.
Op het feest op het platteland raakt Merliah in gesprek met natuurwaker Jay en komt ze erachter dat de heersers van Aeris, zonneheerser Arasan en maanheerseres Silva, een missie organiseren om de bron van het kwaad – de bron van de magura-aanvallen in het rijk en in de stad – op te sporen en uit te schakelen. Hoewel Merliah de drang voelt haar stad en dierbaren te beschermen, sluit ze zich niet onmiddellijk aan bij de missie. Na een confrontatie met heerseres Silva en met haar vriendin June, loopt Merliah weg van het feest. Ze stuit op een ruïne en vindt daar een meisje. Koud, bleek, klein. Op het randje van de dood: Tasia, een bediende van de Tempel. Later blijkt dat zij geofferd werd door Silva aan de halfgod/demon Aodhan, die beschouwd wordt als de bron van het kwaad.
Merliah breekt binnen in een landhuis om medicijnen voor Tasia te stelen, en wordt betrapt door Jay, die daar blijkt te wonen en weldra op missie vertrekt. Nadat de jonge vrouw een spoor vindt van halfgod/demon Aodhan, waar de missiegroep op jaagt, besluit ze om de natuurwakers achterna te gaan. Als Merliah de bron en verspreider van de kwade magie uitschakelt, zal haar stad veilig zijn. Door mee te strijden voor haar volk hoopt ze bovendien hulp te krijgen van de heersers om haar muziekcarrière weer op te bouwen.
Op hun tocht door de wildernis, op zoek naar de bron van de kwade magura, komt Merliah erachter dat er geen goed of kwaad is, dat de natuur beide kanten heeft, net als de mens, en dat het kwade van de natuur zelfs vaak (en ook in dit geval) ontlokt is door de mens, die de natuur steeds meer schade aanricht.
De zogenaamd kwaadaardige halfgod/demon Aodhan waar ze op jagen, blijkt de bewaker te zijn van Kairos, de levensboom van de magie, waar de maanheerseres haar krachtige magische edelstenen vandaan haalt.
De heersers blijken bij te dragen aan de aanvallen in de stad door hun (semi)geheime activiteit én proberen Merliah tegen te houden, eerst wanneer zij de magura probeert te stoppen en dan wanneer ze die probeert te redden. Zonneheerser Arasan wil namelijk alle magura vernietigen, terwijl maanheerseres Silva controle wil over de magura en over het volk.