Knoppen groeien aan de bomen
De lente ontluikt langzaam
Een moeilijke mooie dag
als een snoer verstrengelde kerstlampjes.
Je broers en ik bakken taart
Met drie kleuren chocolade.
Ze likken het beslag van hun handen
En ik lach
(Bijna) oprecht.
We vieren je elk jaar nog uitbundiger
al blijft het aantal kaarsjes voor altijd nul.