Donkere lijnen etsen zijn vel
omklemmen een loden buis
in een kleine poging tot vasthouden
voor het huis instort.
Ergens op een muurtje achterom
uitgeput door een eeuw die ouderdom jankt
en als een wilde voorbijraast
rusten afgebladderde muren
en ondersteunen nog net
haar ingemetste woorden.
Hij vroeg haar nog:
“Blijft hier, ik bouw u een toekomst,
op deze aardkloot, ik en gij als wortels gepoot.”
Ze lachte en wreef door zijn warrige bol.
De ruïne kraakt, zucht en waakt over hem
“Niets blijft eeuwig,” beukt de wind
en schopt zijn slapen krom.
Geïnspireerd op Theofiel,
foto van Stephan Vanfleteren