En toen kwam de rekenmachine aan de macht. De nietmachine kon het nog heel even bij elkaar houden en de gum bleef onder de radar zolang de potloden hun overbruggende rol speelden, maar eens de markeerstiften hun intrede deden was het ook voor hen voorbij. De schaar kreeg nieuwe verantwoordelijkheden en door de herstructurering kreeg de autoritaire stempel, en zijn trouwe acoliet het inktkussen, een pak meer werk. De post-it’s raakten niet van hun frivole reputatie af en verdwenen in de overbelastte prullenmand. Alleen een mirakel kon het blanco vel papier nog redden van een geselende passage door de machine en een pijnlijke perforatie. Een roemloos einde in de ringmap leek onafwendbaar.
De spanning op het secretariaat bereikte zijn hoogtepunt. De telefoon kon elk moment overgaan en het ontstekingsmechanisme in werking zetten. Maar het bleef stil. Ondraaglijk stil. En alle blikken gingen tegelijk en instinctief de richting uit van de immer stoere redder: de koffieautomaat!