Tien (des)illusies tussen toen en later

Anemos
18 feb 2021 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

1. Het jonge leven

pudding koken

teveel roken

nachtje blokken

‘k wil twee nieuwe rokken

 

fiets-kroegentochtje maken

te veel gedronken, braken

kamer opfleuren

zoeken naar flesjes met frisse geuren

 

in de trein zitten

op broer en zus vitten

soms eens babysitten

 

altijd geld tekort

ik wil aan de zwemsport

meestal veel te traag zijn

voor anderen niet zo fijn

 

rijmpjes maken

die in de vuilbak raken

samen uit iets gaan drinken

we behoren tot de flinken

 

zoveel stage

geeft echt te veel bagage

 

al die kleine dingen

ze zitten om me te springen

wat doe ik eerst?

wat doe ik tweede?

zelfs overprikkeld wil ik niets vergeten.

 

2. Koffie in het stationscafé - Visuele illusies

Kleurrijk meisje, Japanse jongen

lachen naar elkaar

ze stappen op.

Mooi! Toch?

 

Bleke mevrouw, blond

gekleed in zwart

rookt, drinkt koffie, schrijft wat op.

Kale man, tegenover haar,

oorbel, lichtblauwe pull, jeans.

Ze praten.

Koppel?

 

Vijf mannen aan de tafel,

naast mij.

roken veel in

vreemde taal, mooi.Mmannen met donker haar.

Collega’s… denk ik.

 

Rare man wat verder af,

groen hemd en rode pull

hij eet, drinkt koffie,

maakt gebaren naar

iemand die daar nu niet zit.

Waar is hij echt?

 

Zwarte man door het raam

kijkt naar mij, loopt voorbij,

mooi, zijn haar met

halflange dreadlocks

in een staartje

kleurrijke haarband in pikzwart haar.

Jamaicaan?

 

Mijn trein is daar

Niet echt, echt niet

míjn trein.

Alleen maar het vehikel

Waarmee ik weg wil zijn.

Naar waar? En ook naar wie?

 

03. de wind aan de waai

 

de wind zoekt

op verkeerde plaatsen

 

de wind vindt niet

en ze huilt

 

zonder rust

en ze stormt

 

de wind komt en gaat

ze draait rond

 

zonder rust

nooit echt

 

de wind zoekt

op alle plaatsen

 

tot dat ene moment

rust ze nooit

 

de wind

 

04. De woorden zullen zwijgen.

Oprechte liefde, voor een nacht en voor een dag, en toen

Het lichaam hierna, ach mijn Lief, wat moet het verder doen

 

Zonder moeite bij elkaar, opnieuw en nog weer even

Jij, nú mijn andere helft, maar dán weer dat gewone leven

 

Liefgehad en pijn gehad, zo zijn onze lijven

Wat zou ik toch zonder doen, mijn ongeloof zou blijven

 

Die aanraking, die blik van jou, zal alles overstijgen

Nog eens echt van jou te houden en de woorden zullen zwijgen.

 

05. Illusionaire dichterlijke rust

Het gat in de schedel

de plaats in het hoofd

het frisse van ademen

die rust, dat belooft

 

ik stop met staren

in schrijven gedoofd

en pas als ik afwas

van woordenrust beroofd

 

06. Lied zonder desillusie

Welk lied wordt nog geschreven

Welke woorden zijn nog kuis

om te zingen over zwerven

in het land m’n andere thuis

 

Welk woord kan ik nog schrijven

zoekende naar een verhaal

dat van jou van haar van hem

de bundel van ons allemaal

 

Welke zwerftocht zoekt mij nog

voor mezelf en voor mijn ziel

dichterbij dat klein verhaal

mij verlatend toen ik viel

 

Welke rust zal ik nog loven

met blije ziel en slim verstand

beiden wetende zo goed

Het hart tracht eeuwig naar dat land.

 

07. Turquoise graag vandaag

Morgen wordt alles beter.

Dan pieker ik niet.

Licht in gewicht.

 

Morgen lukt het me.

Dan vínd ik.

Ik stop met zoeken.

 

Morgen gaat het weer.

Dan doe ik het.

Ik kan het.

 

Morgen, ja, morgen

Als de zon weer schijnt

is alles turquoise en oranje.

of is dat overmorgen?


 

08. Vreemde (des)illusies

Dag lieve vreemdeling,

Hoe is het om jou te zijn?

Hoe is het om jou te zijn hier in dit land?

Hoe is het om jou te zijn met jouw verhaal in dit land?

Hoe is het om jou te zijn met de gevolgen van jouw verhaal in dit land?

 

Ben je dan bang?

Van onwetende mensen in onzekere verandering.

Heeft iedereen een mening over jou,

die van niemand die jou kent?

Onder die starre glimlach.

 

Wat is jouw verhaal?

Dat  je overal 

en niet wordt gehoord.

Al lang voorheen niet geloofd

weeral door niemand.

 

Vertel mij, hoe het is om jou en hier te zijn?

 

09. Helden tussen ergens, toen en nu

Zoals er zijn, mijn vroegste herinnering

Mijnheer de Uil uit de Fabeltjeskrant

Deze soap was toch wel amusant

Fantasie kent geen verveling

 

Al was ik geen echte durfal

Die Pipi Langkous, vrank en vrij

Dat was ook wel iets voor mij

Mijn heldenrijk behoed voor vrije val

 

Het dromen ging blij verder nog

In boek, de film of op tv,

ik maakte elk sprookje mee

ergens bestond mijn held er toch?

 

Zoals het helden wel vergaat

Het leven nam de overhand

En schoof die dromers aan de kant

Het was alleen maar veel gepraat

 

10. Klaar – donker – allebei

Wat sta ik te fluisteren

                                   Ik wil graag roepen

Wil iemand luisteren?

                                   In grote groepen

Zij staan van onder

                                   Ik roep van boven

Dat is een wonder

                                   Kan je ’t geloven?

De ene keer wit

                                   Dan wordt het zwart

Wordt vast een hit

                                   Het is wel apart

Van woorden te geven

                                   De zinnen te nemen

Wat een mooi leven!

                                   Om mee te gamen

En alles wordt zacht

                                   Soms gaat het hard

Dát is de kracht!

                                   Die éne zin sart

Ik ben een engel

                                   Ik ben een duivel

Woord aan de hengel

                                   Met woordengeschuifel

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Anemos
18 feb 2021 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket