Daar op de bank in het park
zet ik me naast de tijd
we praten over onthaasten maar
snellen steeds verder van huis
Ik zie binnenin
geknakt maar niet gebroken
en ik luister doorheen de ruis
flarden van rust dwarrelen door mijn hoofd
fragiel als de vlinders om me heen
Ik voel binnenin
jouw warmte verkoelt mijn beurse lijf
en ik proef de troostende woorden
doorheen de grijze wolken die
overdrijven
Daar op de bank in het park
glimlacht de tijd me welgekomen toe
ik buig en omhels hem voor het eerst
als een bondgenoot
©Karen Willekens, 2016