Ik wilde toch nooit meer zijn dan een meeuw
Mier, hooguit een leeuw
En iets gaf me een mens
Noem het toeval dat eens lachen wil
Toeval wil ook eens zien hoe
Mieren in mensen opereren
Mensheid verveelt na tienduizend jaar
Toeval vond het tijd voor iets nieuws en dat
Ben ik
Ik ben
Woorden zo hol dat ze wind doorlaten
Omvallen, breken, scheuren
Als een mier ze denkt in sapiens
Toeval raapte een aantal atomen samen
En die atomen wijzen haar met de vinger
Zonder nagels want die eet de mier zelf
Als toeval niet toeval was kon ik het slaan
Maar toeval is niet zoals ik ben
Toeval maakt dat ik adem zonder zelf te moeten lijden