Torens kijken toe

19 feb 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

Het is niet zo vreemd. Dat een film begint.

Alle reclameboodschappen hebben we gewist en uitgeroeid.

Dat betrof niet veel. Misschien. Het lukte met azijn, een paard van Troje, zout, salpeterzuur en zieke algen.

Daarna trokken we. Naar het zand. Daar waar kwallen wel eens aanspoelen en sterven.

En ja. Het gebeurt dat iemand zwemmen gaat.

Het is niet vreemd. Een badpak of iets kleiners wordt wel eens vergeten.

Er staren slechts oprechte schoorstenen. Vier op een rij. In kleuren van een vuurtoren.

Wat wordt daar gestookt, verbrand of opgewekt?

Ik vermoed die kracht voor nachtelijke duisternis.

Wat ik ginds deed, na overleg met zonneschijn, een oostenbries en slechts een vleugje wolken?

Omdat ik hen zie. Haaien in de zee, mannen met bittere baarden en een nare blik. Ze wachten ergens stil.

Zelfs de pieterjan sparen nooit een voet. Ze komen straks, die knapen stoer met kale hoofden, zielen die haar zomaar zullen kapen.

Het is een jonge vrouw die ginder baadt, achter de branding rollen golven die  geen barst ontzien,  wildernissen ongemoeid, met rust laten.

Wat kunnen wij dan doen, vier torens, enkel ik die kan bewegen?

Het betrof toch veel. Wrede wezens, monsters vol met zure lust en zeg het mij!

Hoe moeten we ze uitroeien, die bullebakken met hun manke drang?

Help mij dan! Vooral voor haar, de onschuld die daar zwemt, gelijk zij ooit geboren is.

Zwijg toch niet en kijk niet weg! Die haaien zwemmen overal. De kapers wachten op de kust. Lang zal het niet duren, of zij wordt gegrepen, reinheid door de pijn.

 

 

uit de reeks 'Dialogen met monsters en dia's'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

19 feb 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket