Fluisterend voorwaarts, adem verloren, jouw hand in de mijne, een liefde te boven.
Woorden verdiepen zich in de bries bij je oor, door de jaren heen, sterker dan tranen, in water drijven ze, morgen verlangen we.
Van zon tot maan, in het duister van de strijd, onder sterren op een verduisterde nacht, een helder stralend licht, wacht.
Jouw tranen vermengen zich met de mijne, druppels glijden langs mijn wang, hopelijk lang.
Drup... drup... drup...
Jouw traan op mijn lippen, een moment om te nippen.
Rode lippen kleuren, het is oké, blijf gewoon, voel mijn woorden glijden.
Te midden van tranen van dankbaarheid, waden we, door de wind en het water dat neerstort op beiden.
Naast je oren, ontvouwen dagen zich, hoger dan angsten, de drempel van mijn hart.
Ware liefde klopt, een ritme boven, in de symfonie van onze gedeelde liefde, laten we houden, blijven... geloven.