Stoelen op een rij.
De trein gaat vertrekken!
Ma knipt de kaartjes.
‘Waar gaat de reis heen?’ vraagt ze.
‘Naar de zee, voor een ijsje!’
zeg zoon uit het raam wijzend,
naar de schuur met de vriezer.
Stoelen op een rij.
De trein gaat vertrekken!
Ma knipt de kaartjes.
‘Waar gaat de reis heen?’ vraagt ze.
‘Naar de zee, voor een ijsje!’
zeg zoon uit het raam wijzend,
naar de schuur met de vriezer.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.