Trexit
Een tweetal jaren geleden schreef ik hier in een vijfenvijftig woorden verhaaltje over het loze vissertje dat ‘loos’ in het bekende liedje: ‘Des winters als het regent..’ mogelijk: schalks, ondeugend of aardig betekent.
Toen schreef ik ook dat In Walcheren op Zeeland er een plaatsje Loo bestaat en dat het hengelaartje dus ook van daar afkomstig kon zijn: het loosse (later loze) vissertje uit Loo.
Vandaag lees ik in de Nederlandse Encyclopedie dat ‘Loos’ tevens bestaat als plaatsnaam in Noord-Frankrijk en Zweden, maar ook dat een loos persoon arglistig, bedrieglijk, flauw, geslepen, geveinsd, gewiekst, glad, hol, leeg, ijdel, leep, leugenachtig, listig, niet echt maar wel echt lijkend is en vooral niet echt slim.
Bij de nakende gedwongen vlucht uit het Witte Huis bedenk ik dat loos ook iets heeft van het Engelse ‘loser’.