Terwijl ik de tuin in kijk denk ik aan jou
de blauwgeverfde achterdeur was er toen nog niet
dat was ook niet nodig, want je had bij de oude
de kier dichtgemaakt met plasticine
De zandbak op het terras waar je meer zand uit
dan in schepte, staat er nog. ‘Ik ben te oud voor
moddertaartjes’, zei je op een dag, je was plots groot
Toen glipte je even tussen mijn vingers, heel even
Ik zit onder de trompetboom die
ondanks zijn smalle stam recht naar de zon groeit,
zoals ook jouw kleine lijf overal heen danste
Bij dit warme weer schuil ik onder zijn bladerdak
zoals we dat samen deden
Ik zie nog hoe jouw handjes samen met de mijne
een klein trompetboompje planten