Er lagen donkerrode tegels.
Daarop een groot en kleiner kleed.
Ernaast op sokken baantje glijden -
mama zou de gaten stoppen.
Tussen eet- en woonkamer in
lag een glimmend rode vlakte,
speelplein van deur tot kolenkachel.
Op schoorsteenblad een westminster,
tegen schouw een crucifix in T,
opa's terracotta Christus.
Tegen tegels, muur, plafond of deur
gooiden wij een super ball.
Hij maakte capriolen. Wij sprongen
voor de kachel op om hem te vangen.
Harder gooien, hogere boog,
hoger springen om te vangen.
De bal trof toch het kruisbeeld:
terracotta met een klap
in gruzelementen op de vloer.
Mama haalde blik en stoffer.
Brokken vielen niet te helen,
Jezus liet zich plots niet lijmen.
Hoe zou papa reageren?