Bang dat hij niet veel tijd meer heeft
kan hij niet langer stil zitten. Alles plakt
aan zijn lijf, aan zijn knieën die niet meer
mee willen.
Hij maakt een hard en hoog geluid,
beweegt zijn vingers en kijkt
van buiten naar binnen, hij hoort
het gestommel niet
dat bij hem intrekt, dat zijn onderkomen
onderbreekt, het laatste wat hij wilde.