Ons collectief geheugen werd uitgeveegd
Met penseelstreken door elkaar gesmeerd
Tot een grote donkere vlek die zich
als een waas over je wezen legt
De toekomst is bevroren
Wie je was ben je verloren
dit is het vacuüm van de tussentijd
En daarom moeten we door
Als reizigers zonder bagage
En als moeders zonder kind
In onszelf gekeerd als een foetus
Op zoek naar kracht en zachtheid
En verwachten dat de toekomst ons vindt.