Twee handen op één buik

23 sep. 2021 · 11 keer gelezen · 0 keer geliket

Zijn kleffe handen 

drukken me tegen zich aan.

Ze plakken als weggegooide karamels.

Ik voel zijn hart als een stuiterbal,

bonzen in zijn borstkast.

Hij en ik.

We zijn twee handen op één buik.

Als we bij het parkje aankomen,

is er niemand om mee te spelen.

‘We spelen tegen het muurtje.’

Hij schopt me van zich af.

Ik spring tegen de muur op.

Kom als een hond

steeds trouw voor zijn voeten liggen.

Tot hij moe wordt van het 

drieluik dat zich openbaart.

‘Er komt niemand meer!’

De zon kruipt weg achter de bergen

die samensmelten tot een fort,

die de stad omringt.

Hij pakt me op.

‘Kom, we gaan naar huis.'

Hij omklemt me.

Ik zucht.

Overal heb ik blauwe plekken.

‘Als we thuis zijn, pomp ik je op.’

Mijn hart gaat als een voetbal tekeer.

 

 

 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

23 sep. 2021 · 11 keer gelezen · 0 keer geliket