ik kan slechts spreken met mijn ogen
heb gekeken naar het rood van bergamot
er zit een groene specht op een gebogen tak
een eindje verder slapen twee soldaten
overdag spreken ze scheel - ze lijken van oranje
mijn rugzak is gestolen door een dove nar
hoort hij al die kreten uit gestolde tijden
weet hij wel hoe zwaar een nacht kan zijn
ik wilde het of met mijn scheve letters vragen
aan die twee soldaten van vergeten bloed
ofwel straks aan de specht - desnoods aan hem de nar
mag ik dan morgen zomaar van haar houden
is zij misschien een al te warme vlam in rode jurk
het is de specht en vogels kunnen lachen
dieren kunnen toch niet liegen en het beestje weet
ofwel is het wel wat je denkt
misschien die frisse geur van bergamot
het kan ook zijn dat er een zon voor jou wil schijnen
ik wil
nog één keer kijken
staren is het in de lucht
alle uilen ook de sterren zwijgen
zachte nachten komen soms op kousenvoeten
door mijn ziel door snot
kruipen er stille rupsen
morgen willen alle poppen dansen
want ze willen
dat ik voel
dat ik het weet
de vlinders komen en dat rood
is van de zon
van opgang, schat
ik wil
ik zal
je blijven voelen
morgen
overmorgen
tot mijn ogen het begeven en ik wil
je blijven zoenen
tot de ondergang
uit de reeks 'Majnun, het gebrabbel van een gek'