aan de randjes van de pracht de kosmos
vlogen treurnis heimwee van een astronaut
hij had de tijden uitgebeiteld
strand rivieren van papier en op een
lapje gras daar liepen de twee
geitjes uit zijn kinderjaren
staarde door de raampjes geintjes
narigheden suisden niet voorbij
in de kleine gordijnen hingen spinnen wisten
hoe de stof geweven was geen web
noch internet enkel nog het uitdeinen
van de gedachten dimmen van de zon
als hij niet slapen kon dacht hij niet meer
aan morgen had hij slechts een groet beloofd
de nacht heeft hem nooit rust gebracht
zijn tandpasta zat immers vol met de
herinneringen echte aardbeien de smaak
is nu vertekend en de lippen niet vergeten
aan de randjes van zijn dode lach en mond
rustten treurnis heimwee naar een engeltje
uit de reeks 'Reizen met Robby'