Unie(k)

24 sep 2015 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket

Ik zie mijn jas lopen. Ze kwam net uit een zijstraatje en slentert nu voor me.
Er zit een meisje in. Ze draagt ook zwarte skinnyjeans en een paar achteloos coole Nike’s. Lang haar, zonnebril. Net als ik. Het is een uniform. Een soort code. Ik zag al eerder variaties van dit meisje. Ik ben er zelf één. Of zij één van mij. Het is maar hoe je het bekijkt. “Spiegel im spiegel” speelt in m’n hoofd. Ik wil weten wat wij betekenen.

Zou dit meisje dezelfde dingen eten als ik, naar dezelfde muziek luisteren en bij dezelfde toffe hangouts hangen?
Zou ze denken over de dingen zoals ik denk over de dingen?
Houden van de dingen zoals ik houd van de dingen?
Weet ze dat de meeste van haar waarheden alleen gelden in de dimensie van de mensen? Dat het hondje dat voorbij huppelt niet in sociale klassen gelooft, maar wel in hoe iemand stinkt. En dat de reiger die overvliegt zich niet afvraagt of hij wel mooi genoeg is voor de wereld plus schijt heeft aan landsgrenzen. Waardeert ze die waarheden ook?
Hoe vaak werd haar hart al gestolen? En hoe vaak werd het al gebroken? Houdt ze überhaupt de tel bij of kiest ze inmiddels voor selectief geheugenverlies? Wat een boeven lopen er ook rond, hè meid…
Maar daar komen we weer overheen. Dat zeggen ze allemaal.
Ook de gekke man die net ons pad kruist. Die brult dat Jezus ons zal redden alsof zijn leven er van afhangt. Een andere man roept terug “Ik heb geen zus, ik zal mezelf wel redden dan”.
Daar moeten we beiden om lachen kan ik zien terwijl het meisje opzij kijkt.
Misschien hebben we hetzelfde soort humor. Lacht ze zich ook dood om haar eigen slechte grapjes. Misschien kent ze wel soortgelijke situaties als ik ken, soortgelijke mensen die ze vrienden noemt, soortgelijke mensen die ze niet meer wil kennen, vergelijkbare highs en lows.
Ziet ze elke ochtend dezelfde zon en elke nacht dezelfde sterren.
Daar wordt ze dan vast ook lyrisch of wel eens weemoedig van.
Misschien heeft ze er soms geen woorden voor. Wie weet huilt ze dan stilletjes omdat het zo’n onbevattelijk gevoel is dat ze zo belachelijk klein is, maar tegelijkertijd zo groot als het hele bestaan. Zich afvragend waar ze mee bezig is terwijl ze dag in dag uit maar een beetje van hier naar daar loopt. Momenteel door een winkelstraat in Amsterdam met een onbekende in haar kielzog. Verbonden door een outfit, maar dat weet ze niet. Misschien door veel meer, maar dat weet ik niet.
Wat als ze zich zo meteen omdraait en mij in haar jas ziet? Zou ze dan bang zijn dat ze niet uniek is of juist gelukkig omdat ze niet alleen is? Dat moment komt er niet. Ze loopt naar een bekende die haar naam roept.
Ze heet Jasmijn, mijn jas.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

24 sep 2015 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket