Dit is een wereld waar de leugen regeert en er heeft nooit ene Applejack voor Florian gewerkt. Er was ook geen kantine en Florence deed op haar eentje de personeelsadministratie van het handjevol jakhalzen en de paar Belgische werknemers. Ieder at zijn of haar broodje op aan zijn of haar eigenste bureau en de cola-automaat fungeerde als verzamelpunt, als palaverpaal.
Er werden ook nooit geen advertenties geplaatst om personeel aan te werven. Het ging zeer eenvoudig. Een headhunter bracht de jakhalzen aan en Florian besliste na één gesprek of hij ze al dan niet een contract gaf, stuurde de gelukkigen naar Oost-Europa en zij wierven daar de mieren aan, die tegen weinig geld gedwee het repetitieve werk kwamen uitvoeren.
In die landen was kort na de Val van de Muur grote werkloosheid en eenmaal het gerucht de ronde deed dat er een nieuwe fabriek zou komen naast de stad, kwamen de mieren zich al vrij snel en in groten getale als vanzelf aanbieden.
Benjamin dronk ’s middags altijd Sprite en lepelde iedere morgen om tien uur stipt een pot yoghurt leeg. Aardbeien, 500gr allicht en de houten vloer die ooit rond de anodisatielijn gelegen had, was daags voordien volledig afgebroken.
“Misschien ontbijt hij nooit”, vroeg ik me af terwijl ik de smurrie in een kruiwagen schepte.
Chemische restanten, grotendeels opgedroogd, een giftige brij had zich decennialang onder de houten vloer gevormd. Chroomzuur, zwavelzuur, trichloorethyleen en soortgelijk spul.
Niet dat Roeland wist met welke stoffen hij in aanraking kwam. Het is nu ik de gebeurtenissen aan de hand van zijn verhaal probeer te reconstrueren en ‘anodisatie’ gegoogled heb, dat ik besef met welke smerigheid hij toen in aanraking gekomen is, om nog te zwijgen van de olie die hij op een dag met een emmer uit de grote PCB-houdende transformator overhevelde in twee blauwe vaten.
Die vaten heb ik toen op een zaterdag met de Ford Sierra van mijn stiefvader, in de Saris remorque, naar een steenbakkerij in Zuid-Oost-Vlaanderen gebracht waar mijn nonkel Arsène de stoker was. Florian heeft er toen voor gezorgd dat ik die week duizend frank meer uitbetaald kreeg omdat ik dat zo goed gearrangeerd had.
“Of hij me geen vaste job kon geven”, heb ik hem diezelfde week gevraagd.
“Wat ik gestudeerd had?” vroeg ie me.
“Criminologie”, had ik snel geantwoord.
Ja, in dit land van halve waarheden had ik me weliswaar ooit ingeschreven aan de faculteit pol & soc te Leuven, maar ik had het ook daar niet ver geschopt en hij had ook niet naar een diploma gevraagd. Dus, echt gelogen had ik niet.
Maar of hij me in de toekomst nog nodig zou hebben, daarop kon hij me op dat moment geen antwoord geven. Hij beloofde erover na te denken en is daarna in snel tempo naar zijn Volvo 960 V8 gestapt terwijl ik de laatste kruiwagen 'anodisatiekoek' naar de container voerde.
Zwavelzuur met aardbeien,
deel 2 van het documentaire kortverhaal 'United Cowboys'
uit de reeks 'Roeland Wittebolle'