Vaarwel kleine, broze bloem
De koude winter is nu voorbij
Op je haar lag al wat sneeuw
maar de mist der ouderdom is nooit in je hoofd opgedoemd
Je hebt van een lange zomer genoten
Gulzig gedronken, ja haast verdronken
in de verfrissende regen
En nu zullen we je niet meer kunnen ruiken
De geur van moederlijkheid en huiselijke liefde
En een vleugje sherry
op een gezellige Lendeledense voormiddag
Ach wat staat de tuin er nu maar triestig bij
Zonder jou
buigen wij, de jonge bomen
langzaam onze kruinen
Voor een klein bloemetje
met een verdomd lange schaduw
Het is moeilijk voor te stellen
hoe zo één bloemetje
een hele tuin, wild en vrij
bijeen kon houden
Maar je stond er altijd
zelfs als het stortregende,
als de wind het land geselde
en een wit tapijt je tuin bedekte
Want koppig, en een vechter
dat was je wel
En het zal je wel hebben getroost
je zaadjes in de wind te zien dansen
Elk in zijn eigen richting
En vervolgens te zien groeien
met zo'n prachtige tuin als gevolg
Vaarwel kleine, broze bloem
Vaarwel grote, sterke mevrouw