Valentijn niet van toepassing

Ans DB
14 feb 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

‘Heb jij een vriendje?’ vraagt ze en flipt haar ellenlange blonde haren elegant naar achter.
‘Neen, die heb ik niet.’ zucht ik een beetje wanhopig.
Ik ben al een hele poos single en toch breekt mijn hart elke keer die vraag mij wordt gesteld.
‘Zou je je dan niet haasten? Je bent al voorbij de dertig hoor,’ zegt ze met een volstrekt serieuze blik.
Wie denkt dat ze een grapje maakt, heeft het mis. Dat maakt ze namelijk helemaal niet. Ze kijkt me onderzoekend aan alsof ze speurt naar de reden waarom ik gedoemd ben als single door het leven te gaan.
‘Ach een man, dat is toch alleen maar miserie,’ zeg ik stoer, terwijl ik vanbinnen een beetje sterf. ‘Ik heb daar allemaal geen tijd voor.’
‘Dat zal wel ja,’ antwoordt ze op een gemene toon en draait zich ostentatief om.

Jammer genoeg is de net genoemde blondine niet de enige die mij bedenkelijk aanstaart nadat ik vertel dat ik alleen op deze wereld rondloop. Sinds ik de dertig gepasseerd ben, bevind ik me steeds vaker in dergelijke penibele situaties. Alsof je vanaf je dertigste als vrouw totaal abnormaal bent wanneer je geen man en kinderen in je huis hebt wonen. De blik van ‘jij zal wel een heel moeilijke zijn’ of ‘jij kiest er zeker voor om alleen te zijn’ zijn mij sinds een jaar of drie zeer vertrouwd.

Het aller-pijnlijkst moment was misschien wel mijn laatste verjaardag. Goed geluimd trok ik ’s ochtends naar de kapper. Als je jarig bent, dan mag je jezelf wel eens trakteren op een nieuwe coupe, vond ik. Zoals dat gaat bij kappers, begon de coiffeuse een goedbedoeld praatje tegen me. Eerst over het weer, dan over de drukte in hun zaak, dan over de geplande vakantie om zo bij hun dochter Tasha uit te komen. Tasha ging dit jaar met hen mee op vakantie, want het was net uit met haar vriend. Dat was toch wel erg jammer, zo stelde de kapster, want nu was ze weer alleen en als je vierentwintig bent dan is het niet meer zo simpel om nog iemand te vinden.
Ik zakte een beetje dieper weg in de kappersstoel, want ik voelde dat de gemeenste vraag der vragen weer in aantocht was.
‘Heb jij een vriend?’ vroeg  de kapster terwijl ze een klodder anti-krulgel in mijn haar smeerde.
‘Neen, ik ben alleen,’ glimlachte ik schaapachtig.
‘Ach gut.’  Ze trok een pijnlijk gezicht. ‘En hoe oud ben jij?’
’Drieëndertig jaar,’ zei ik alsof dat een zonde was.
‘Oei’ siste ze en trok een gezicht alsof ze net een hele citroenboom had leeg gegeten.
‘Het zal er wel een keer van komen zeker. Zoiets kan je niet forceren,’ probeerde ik een positieve noot in de situatie te brengen.
‘Ja, ik weet niet hoor, als je zo oud bent. Het wordt er toch ook niet gemakkelijker op.’ schudde ze met haar hoofd. ‘Gewoon stijl zoals altijd?’
‘Huh?’
‘Je haar? Gewoon stijl gebrusht?’ vroeg ze met de haardroger al in de aanslag.
‘Perfect’ knikte ik en beet een beetje sip op mijn onderlip.
Het heugelijke feit dat ik die dag jarig was, durfde ik niet meer te vertellen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Ans DB
14 feb 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket