Haar kleine lichaam hapert en rilt
dromend tegen mijn zij
In de donkere kamer weerklinkt haar gepiep
Ze houdt mijn hart
in een wurggreep
Zweetdruppels in een regendouche
mengen in de stoom
Ik maak voor haar de kamer troebel
Ik spoel mijn angst
door het afvoerputje
Roekelroos zoekt zich een weg
in haar bleke wangen
Nog vier pufjes en dan naar de speeltuin
Ze ziet een eekhoorn
maar hoest hem weg
Ze hangt rekkertjes aan mijn oor
en zacht kamt ze mijn haren
Ze wil geen beestjes in haar longen
Ze geeuwt en gloeit
maar een kapper werkt hard
De avond valt samen met mijn blik
op haar broze borst
Ik hou mijn hand op haar voorhoofd
Zij wint een glimlach
en doet hetzelfde bij mij
Ze zegt: papa, alles gaat
voorbij