In 't donker van
de slaapkamer
zijn ademhalen.
Ze draait zich om,
gerustgesteld.
Amper zes
en nog lang geen
maatjes met de nacht.
Maar hij ligt daar,
haar tweelingbroer.
Ze kan slapen.
In 't donker van
de slaapkamer
zijn ademhalen.
Ze draait zich om,
gerustgesteld.
Amper zes
en nog lang geen
maatjes met de nacht.
Maar hij ligt daar,
haar tweelingbroer.
Ze kan slapen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.