Gebruikersnaam Sarah
Helder, een uil. - De grote klok - slaat middernacht.
Middernacht - slaat de grote klok. - Een uil roept helder.
Ochtendnevel - versluiert de tuin. - Dampende koffie.
Speelbal van de wind. - In het peilloze blauw, - "koord-danser".
Kietelvingers! - Door de kamer wervelt - dwaze vrolijkheid.
Wiegende hangmat. - De maan. - 🌙 bij het ontwaken.
Ijsbloemen. - Tegen het raam, - een nachtvlinder.
Bevroren fontein. De maan beschijnt een kleine gletsjer. ( Soms krijg je, midden in de zomer, inspiratie voor een winterhaiku. )
In de ruïne, heeft de nieuwe kasteelheer ad'lijke vleugels.
Armen om zijn hals. Intiem een dans op kousenvoeten.
Al bij de deur. Onverwacht haar vraag: "Mama, wat is dood?"
Langoren balken. In de stilte van de nacht, een I-aria.
Borstel door het natte haar. Zomerpyjama.
Geborgen, onder moeder's verenkleed, kleinschalig geluk.
Na de film, arm in arm de avond in. " 'k Zag je zakdoek."
Charmant glimlachend, voegt de koffiedame suiker toe aan zijn dag. ( Oké, op de meeste bedrijven zijn er geen koffiedames meer, maar op beurzen of vergaderingen kom je ze nog wel tegen. 🙂 )
Dreigend komt het boek voor de huisspin dichterbij. Zijn verhaal is uit. ( Even voor de duidelijkheid: ik sla zelf wel geen spinnen dood. )
Gepruttel van de koffiezet. Een dag bijna doorgelopen.
"Opscheppers", de roze pelikanen, in de mangrove.
Boos op de weegschaal. Haar zelfmedelijden weer een maatje groter..
Bij de vijver, groene libellen. De nachten nog koud.
Voor het lijsternest, een plukje poezenwarmte. Als ze eens wist...
Zachtjes een tikje. Achter het venster, geluidloos miauw.
Hemel vol sterren. In mijn pyjama weer vuurvliegjes zoeken.
Eindeloos op zee. Herinneringen aan land verwateren.
Slechts 'n seconde, voelt het topje van mijn neus de vlindervleugel.
Diepe adem. In het schemerdonker zacht pratend in haar slaap.
Kwebb'lende meeuwen. Aan de rode einder, "horizon-taal".
Een bedverhaaltje. Het einde hoort ze niet meer.
Aalscholvervleugels, als zeilen gespreid, drogen in de wind.
Op het hoogste duin, wiegend helmgras en een zee van boterbloemen.
Opa's feuilleton. In mijn hoofd zijn luide lach weer uitgezonden.
In de regenton, drijven bloesemblaadjes en een mereljong.
Bij de lagune, drinkend van hun spiegelbeeld, flamingo's.
Oma's porselein. Ook om de herinnering, een gouden randje.
Ze lichten op, zijn ogen, als ze hem kust, bij de vuurtoren.
Gauw nog een kusje. Het afscheid zoveel zwaarder dan de boekentas.
Tussen de bosviooltjes, valt hij wat minder op, mijn paarse teen.
Op school een beurt aan het bord. Sommen krijten. Zoeken naar een uitkomst. Kinderen die straks niet hoeven te krijten. Kinderen met een uitkomst . Sarah