Tegenwoordig liggen de verbindingstekens
weerloos open
veel wind tussen de passanten
gezichten onder een witte ijslaag
woorden kraken onder het vriezen
bewegingsloos de tong naar binnen
taalkundigen die zwaluw worden
en hun winterpak aantrekken
Het kwijnen
het rot traag aan de nerven
van de woorden
huizen worden vergeten
takken tot blad straten tot muur
dolend in de mond taal krimpend
in betekenis
tot zelfs mijn spiegelbeeld monddood