‘Wisten jullie,’ vroeg Matteo in slecht Engels, ‘dat de verboden vrucht geen appel maar een tomaat was?’ Hij glimlachte en wierp de rode vrucht in kwestie nonchalant op en neer.
‘Wat een onzin!’ riep Ed uit. ‘Waar haal je zoiets vandaan?’
We zaten op het terras van Matteo’s finca en dronken koffie en grappa, terwijl de gastheer druk in de weer was ons een lunch voor te bereiden. Ik stond aan het balkon en keek uit over de lager gelegen vallei, die uit wijngaarden en droge akkers bestond tot zo ver het oog reikte. De ouwe Texaan Ed Sullivan zat als enige aan het tafeltje onder de parasol en speelde een kaartspel. Naar eigen zeggen was hij op het eerste het beste vliegtuig richting Italië gestapt nadat hij een foto van Toscane zag in een Amerikaans reistijdschrift. “Net als een droom!” had hij wild enthousiast uitgeroepen toen hij met z’n koffers arriveerde op het domein van Matteo.
Ik genoot van de hete koffie en was niet bepaald geïnteresseerd in een filologische discussie over een Bijbelverhaal, maar het tweetal dacht daar duidelijk anders over.
‘Luister eens hier,’ wierp Matteo op tegen Ed, ‘waarom denk jij anders dat we in Italië van een pomo d’oro spreken? Een gouden appel. En in Frankrijk spreken ze over pomme d’amour; de liefdesappel. Moet ik er nog een plaatje bij maken? Ik zeg het je, Ed, die duivelse Eva was verlekkerd op tomaten!’ Hij sneed er één in stukken en stak smaakvol een part in zijn mond. ‘En of ze gelijk had!’ grinnikte hij geamuseerd.
Ed keek hem wantrouwig aan en kwam met een tegenargument aanzetten. ‘Akkoord, Matteo,’ begon hij, ‘maar die beide benamingen tonen net aan dat er éérst een appel was, alvorens men de tomaat kende. Semantisch gezien dan. Zonder Eva’s appel was er geen gouden appel of een liefdesappel, begrijp je?’
Matteo moest op mijn gezicht hebben afgelezen dat ik de redenering van Ed volgde, want hij vroeg me op de man af: ‘Dus jij denkt dat Ed gelijk heeft?’
Ik kon me nu niet langer uit de discussie onthouden. ‘Ik moet toegeven dat je een interessant punt aanhaalt, Matteo,’ zei ik, ‘maar ik volg Ed. Als we er vanuit gaan dat Eva de eerste vrouw was, moet zij toch de vrucht gegeten hebben die het eerst benoemd werd? Anderzijds,’ bedacht ik me op dat ogenblik, ‘werden tomaten nog tot laat in de negentiende eeuw als puur vergif gezien, in onze contreien. Ik bedoel, men kweekte haar toen al wel voor haar knappe kleuren, maar in gerechten meed men ze als de pest. Misschien zat het Bijbelverhaal daar dan toch wel voor iets tussen?’
‘Ach nee, wat bewijst dat?’ vroeg Ed. ‘Die angst had puur te maken met haar verwantschap aan de uiterst giftige nachtschade, en niets met Eva’s zondeval! Bovendien weten we toch allemaal dat die appel voor iets geheel anders symbool stond in het verhaal, nietwaar?’ Hij ontblootte zijn vals gebit en schaterlachte.
Matteo knipoogde en bracht de lunch op tafel.