Onder de lichtgevende sterren van de zwarte nacht, waar de maan haar traan laat, gaat de zon weer achter de duisternis schuilen.
Tranen van donderslagen die we huilen en bliksem slaan op ons neer, weerspiegeld klanken tranen in het meer.
Voorspellingen van overspoelend water in rivieren ondergaan keer op keer hun eigen verdriet ...
... niets anders dan stromend weggaan, verstopt onder het dorre riet, en toen wisten ze nog niets van waterdruppels midden in dit tranige verhaal.
Op het einde vielen de laatste bladeren dicht bij de sporen in het zand, de kleuren waren niet meer te zien.
Het enige waar we naar konden streven waren zwart-wit dagen langs de duinen van het strand.