vandaag weer een hert
opgetrokken
uit wemelend hersenvocht
vastgebonden
aan handen en voeten in de
tuin gevonden
toen ik van bij de imker kwam
met een pot vol honingzoet
de gesmoorde kreet van een kleine
levervlek in het achtervak van
mijn rugzak verstopt
hun drieste waarheid met mijn
malende kaken verzwegen
voor de veertig jaar oude stilte
achter de noeste tinteling
bedolven onder eeuwig
durend
puin
