Vergetelheid

3 apr 2019 · 32 keer gelezen · 0 keer geliket

Verwoed probeerde ze zichzelf te bevrijden als een vlinder uit zijn cocon. Maar uiteindelijk gaven haar ledematen zich gewonnen. Ze sloot haar ogen en zakte met haar hoofd terug in het kussen. Haar permanent plakte in natte slierten tegen haar voorhoofd. Eén zweetdruppel ontsnapte langs haar oog en wist zo de ingang van haar oor te bereiken. Ze schudde haar hoofd heen en weer om aan het gevoel van een helend restje doorligwonde te ontsnappen. Haar armen nog steeds buiten strijd ...

 

Even later werd ze opnieuw wakker. Twee verpleegsters kwamen de kamer binnen. Ze zagen er net hetzelfde uit. Een wit, kaarsrecht gestreken pakje met sportschoenen van Adidas, en hun haren netjes in een staartje gebonden. Enkel hun haarkleur was anders. “Goeiemorgen, Esther”, begroette het blondje haar. Esther keek niet op. Ze dacht na. Hoe waren deze mysterieuze witte vrouwen haar kamer binnen geraakt? “Goeiemorgen, mevrouw Engelen”, zei de brunette net iets luider. Toen keek Esther op. Die naam kwam haar wel bekend voor. Ze liet haar ogen door de kamer glijden en hield stil bij een tafel met boeken. Op elk van de tientallen exemplaren stond diezelfde naam, Esther Engelen. Die vrouw moest de schrijfster van de boeken geweest zijn.

 

Esthers haar plakte nog steeds aan haar voorhoofd en ook tussen haar benen was het vochtig. De natte plek op haar onderlaken deed haar rillen. Het was koud. De verpleegsters zuchtten toen ze haar deken naar beneden trokken. Voorzichtig maakten ze de riemen los en zetten ze Esther in een rolstoel. De blonde verpleegster reed haar naar de badkamer en nam een washandje met zeep. De brunette haalde ondertussen de natte lakens van het bed en maakte het daarna op met vers beddengoed.

 

Tijdens het ontbijt kwam een jongeman de eetzaal binnen. Hij leek als twee druppels water op Esther, maar ze herkende hem niet. “Hoi mam, je staat weer in de krant. Je boeken verkopen beter dan ooit tevoren.” Esther gebaarde naar de verpleegsters dat ze terug naar haar kamer wilde. Door de komst van deze vreemdeling begon ze te schuifelen in haar stoel en liep het zweet over haar koude lichaam. Net zoals vanmorgen, toen de riemen haar in het natte bed duwden en haar verwoede pogingen om los te komen deden mislukken.

 

Toen ze in de deuropening van haar kamer stond, ontspanden haar spieren meteen. Een lach vormde zich om haar lippen en haar ogen werden vochtig, waardoor ze blonken in het felle licht van de TL-lampen. Ze herinnerde het zich weer. Het was net zoals vroeger. Haar zoon was nu geen vreemde meer. Ze lachte naar hem en hij omhelsde haar. Ook zijn ogen blonken in het licht. Zijn moeder was weer even terug. Hij rolde haar naar het tafeltje waar nu geen boeken meer lagen. Het enige dat er lag, was een pen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

3 apr 2019 · 32 keer gelezen · 0 keer geliket