Karolien Luyckx

Gebruikersnaam Karolien Luyckx

Teksten

Vergetelheid

Verwoed probeerde ze zichzelf te bevrijden als een vlinder uit zijn cocon. Maar uiteindelijk gaven haar ledematen zich gewonnen. Ze sloot haar ogen en zakte met haar hoofd terug in het kussen. Haar permanent plakte in natte slierten tegen haar voorhoofd. Eén zweetdruppel ontsnapte langs haar oog en wist zo de ingang van haar oor te bereiken. Ze schudde haar hoofd heen en weer om aan het gevoel van een helend restje doorligwonde te ontsnappen. Haar armen nog steeds buiten strijd ...   Even later werd ze opnieuw wakker. Twee verpleegsters kwamen de kamer binnen. Ze zagen er net hetzelfde uit. Een wit, kaarsrecht gestreken pakje met sportschoenen van Adidas, en hun haren netjes in een staartje gebonden. Enkel hun haarkleur was anders. “Goeiemorgen, Esther”, begroette het blondje haar. Esther keek niet op. Ze dacht na. Hoe waren deze mysterieuze witte vrouwen haar kamer binnen geraakt? “Goeiemorgen, mevrouw Engelen”, zei de brunette net iets luider. Toen keek Esther op. Die naam kwam haar wel bekend voor. Ze liet haar ogen door de kamer glijden en hield stil bij een tafel met boeken. Op elk van de tientallen exemplaren stond diezelfde naam, Esther Engelen. Die vrouw moest de schrijfster van de boeken geweest zijn.   Esthers haar plakte nog steeds aan haar voorhoofd en ook tussen haar benen was het vochtig. De natte plek op haar onderlaken deed haar rillen. Het was koud. De verpleegsters zuchtten toen ze haar deken naar beneden trokken. Voorzichtig maakten ze de riemen los en zetten ze Esther in een rolstoel. De blonde verpleegster reed haar naar de badkamer en nam een washandje met zeep. De brunette haalde ondertussen de natte lakens van het bed en maakte het daarna op met vers beddengoed.   Tijdens het ontbijt kwam een jongeman de eetzaal binnen. Hij leek als twee druppels water op Esther, maar ze herkende hem niet. “Hoi mam, je staat weer in de krant. Je boeken verkopen beter dan ooit tevoren.” Esther gebaarde naar de verpleegsters dat ze terug naar haar kamer wilde. Door de komst van deze vreemdeling begon ze te schuifelen in haar stoel en liep het zweet over haar koude lichaam. Net zoals vanmorgen, toen de riemen haar in het natte bed duwden en haar verwoede pogingen om los te komen deden mislukken.   Toen ze in de deuropening van haar kamer stond, ontspanden haar spieren meteen. Een lach vormde zich om haar lippen en haar ogen werden vochtig, waardoor ze blonken in het felle licht van de TL-lampen. Ze herinnerde het zich weer. Het was net zoals vroeger. Haar zoon was nu geen vreemde meer. Ze lachte naar hem en hij omhelsde haar. Ook zijn ogen blonken in het licht. Zijn moeder was weer even terug. Hij rolde haar naar het tafeltje waar nu geen boeken meer lagen. Het enige dat er lag, was een pen.

Karolien Luyckx
32 0

De waarheid komt uit een kindermond

‘Oei,’ zei Raven (4) toen ze een cabrio zag, ‘hebben die mensen geen geld voor een dak op hun auto?’. Ik barstte in lachen uit toen ik dit vanmorgen las in Libelle. Kinderen zijn toch zo onwetend. Ze hebben nog zoveel te leren. Zelfverzekerd door die gedachte, vertrok ik naar mijn werk in het buitengewoon onderwijs. Ik zou de leerlingen weer onderdompelen met wijze informatie en nuttige weetjes. Onderweg naar school begon ik echter te twijfelen. Misschien hebben de kinderen gelijk en zijn het de volwassenen die iets kunnen leren.   De waarheid komt tenslotte uit een kindermond. Kinderen zeggen door hun onschuld dikwijls luidop wat volwassenen alleen maar durven denken. Een beetje contradictorisch wel. Misschien zelfs licht ironisch. Volwassenen willen conflicten vermijden, geen onnodige vijanden maken, niet beticht worden van wangedrag … Kortom, ze willen hun handen te allen tijde kunnen wassen in onschuld. Daarbovenop slagen ze hier dan ook nog eens in met behulp van de leuze ‘spreken is zilver, zwijgen is goud’. En toch zijn het de kinderen die net omwille van hun onschuld spreken tot goud mogen bombarderen.   Maar contradictorisch of niet, de figuurlijke betekenis van het gezegde klopt wel. Een bukkende oma waarschuwen voor haar borsten die er bijna afvallen, wordt enkel geaccepteerd van een onschuldig kind. Je vrouw complimenteren met de oogschaduw die perfect bij haar rimpels past, zal resulteren in een nachtje op de sofa. Terwijl je kind voor diezelfde opmerking beloond zou worden met een glimlach en, wie weet, zelfs met een kus.   Laten we het gezegde dan eens letterlijk bekijken. Dan komt waarheid niet altijd uit een kindermond. Zo dondert het niet alleen op donderdagen en schijnt niet elke zondag de zon. Regen wordt niet uit de wolken geschud en er is niemand die de wolken nadien opnieuw moet vullen met water. Een brik halfvolle melk is niet slechts voor de helft gevuld en televisie kijken wordt niet gezond door er een appeltje bij te eten. De mensen in Rus(t)land slapen niet de hele dag en mama heeft je niet eerst opgegeten om je daarna uit haar buik te halen.   Ook de woordenschat van kinderen is niet altijd waar: een vrouwelijke papegaai is geen mamegaai; een boerin is niet getrouwd met een boeruit; achterrang is niet het tegenovergestelde van voorrang; en als je moet overgeven, ben je niet aan het uitslikken. Hoewel het kinderen aan het gebruik van enkele mooie stijlfiguren niet ontbreekt: ‘Papa is niet dik, zijn buik is gebloused.’; ‘Als ik zweet, komen er traantjes uit mijn hoofd.’; ‘Als ik moe ben, ben ik net als een stoeptegel. Die liggen daar ook altijd maar.’; ‘Als ik honger heb, onweert het in mijn buik.’   Letterlijk gezien spreken kinderen dus niet altijd de waarheid. Bestuurders van een cabrio, bijvoorbeeld, hebben meestal net wel het vermogen om een dak voor hun auto te betalen en de kans is zelfs groot dat er aan hun villa nog een Ferrari of een Jaguar geparkeerd staat. Overigens vaak tot grote ergernis van hun minder bedeelde medemens. Ikzelf heb niet te klagen en durf zelfs te zeggen dat ik een luizenleventje leid. Maar als ik een dure auto door de straat zie rijden, werp ik toch ook een groene blik op het meisje in de passagierszetel. Met haar duur gecoiffeerde haren en de authentieke Dior op haar neus …   Kunnen we dan iets leren van de (on)schuldige kindermond? Dat lijkt me wel. Wat mij als volwassene irriteert en ergert, wat mij boos, verdrietig of bang maakt, wordt door een kind vaak gerelativeerd. Mijn jaloezie bij het zien van een cabrio is voor de vierjarige Raven compleet zinloos. Wie is er nu jaloers op iemand die zelfs geen volledige auto kan betalen? Waarom maken mensen zich zo druk om een sterretje in de voorruit? Dat kan alleen maar betekenen dat de auto op de hemel is gevallen of dat je een ster verdiend hebt voor al je harde werk. Zelfs het rouwen om een sterfgeval kan door een kind worden verbloemd. Volgens sommige kinderen gaat een overledene als een sterretje naar de hemel, dat elke nacht voor jou schijnt. Anderen zeggen dat het een wolkje in de lucht is, dat voorbij zweeft als je het nodig hebt. Volgens nog anderen is het een engel, die altijd over jou waakt.   Hebben de kinderen altijd gelijk? Nee, maar hun waarheden zijn alleszins veel leuker (en vooral grappiger) dan de onze.   ‘Ik zal nooit gelukkig zijn, ik vind geen klavertjevier.’‘Neem dan twee klavertjes drie. Dan heb je een klavertje zes!’

Karolien Luyckx
512 0

Een koude winteravond

Plots staat niet alleen mijn auto, maar mijn hele wereld stil. Het stuur wordt nat van mijn handen. Spieren waarvan ik zelfs niet wist dat ze bestonden, spannen zich pijnlijk hard op. De zetelverwarming, die mij al de hele winter overtuigt van de best gekozen optie te zijn, blijkt nu de meest overbodige luxe.   Ik sluit mijn ogen. Er is geen ontsnapping meer mogelijk. Mijn achteruitkijkspiegel heeft het voor eeuwig in mijn netvlies gebrand. Het duurt slechts een fractie van een seconde om parelwitte sneeuw bloedrood te kleuren. Bij die gedachte trekt mijn maag zich uiterst krachtig samen. Speeksel loopt overvloedig over mijn tong en de smaak van reeds verteerde receptiehapjes dringt mijn mond binnen. Mijn verkrampte lichaam komt in één snelle schok in beweging, zodat een eerste vloedstroom de uitgang langs mijn mond weet te bereiken. De geur van gerookte zalm en cava doet mijn buik nog een tweede en derde keer schuddend tot bevrijding komen. Als mijn volledige maaginhoud mijn lichaam heeft verlaten, leg ik mijn handen terug op het stuur. De kleverige substantie vormt slijmerige draden tussen mijn armen en benen.   Het geluid van een scheefgetrokken vinylplaat op een oude platenspeler doet me opkijken. De sirenes komen dichterbij. Verschillende blauwe zwaailichten verblinden me, maar mijn ogen blijven wijd open. Via mijn achteruitkijkspiegel kan ik alles volgen. Twee brancards worden de ziekenwagen ingereden. Beademingstoestellen en defibrillators proberen de levensloze lichaampjes te redden. Tranen rollen over mijn wangen als ik de auto wordt uitgesleurd. De koude lucht opent heel even mijn longen. Ik adem diep in en mijn misselijkheid verdwijnt voor enkele seconden. Tot ik weer in een warme auto zit, op weg naar het politiekantoor.

Karolien Luyckx
15 1

Opleiding

Opleiding Creatief Schrijven - Centrum voor Avondonderwijs (2016)

Publicaties

Prijzen