Het gebaar van de regen,
Is om mij een rotgevoel te geven,
Maar ook de bloemen te laten leven.
Was ik maar als bloem geboren,
Dan had ik van deze waterdruppels genoten,
Het vergif uit de lucht gehaald,
En zuurstof voor de levende gemaakt.
Dan had ik de ochtend zon begroet,
Van mijn mooiste kant laten schijnen,
En te sieren om de bijtjes aan te trekken.
Maar als de regen in overvloed valt,
Genadeloos sleurt het mij mee,
En dan eindig ik lelijk en week,
Aan de rand van de zee.
Silex