De zolder van mijn hoofd
staat barstensvol.
Wanneer herinneringen
vloeibaar zouden zijn
liepen ze nu uit mijn oren.
Langzaam stromend pus
pulserend bij elk
nieuw te verwerken beeld.
De kelder van mijn lijf
wordt gesloten voor onderhoud.
Het plafond vertoont sporen
van te hoog opgestapeld leed.
Ik overweeg verhuizing
naar een andere stek,
maar ik kom er niet van los;
het tuinpad gelegd
van gruzelementen,
de vloeren bekleed
met snippers kind,
muren met geheimen,
de trap bekleed met spijt.
Het uitzicht op jouw open
parkeerplaats gijzelt mij
met gemaakte beloftes.
De kindertekeningen
op de koelkast roepen
vrolijke kleurtjes
van een nieuwe dag.